Windparken op zee worden tot nu toe aangesloten met een directe verbinding op het Nederlandse net. De marktregels voor deze windparken zijn duidelijk en er is geen verschil met productiemiddelen op land. Maar die situatie gaat veranderen. Naarmate de windparken verder uit de kust worden gebouwd, wordt het aantrekkelijker om de aansluiting van windparken te combineren met interconnectoren, bijvoorbeeld naar het Verenigd Koninkrijk of Denemarken. In dat geval kan de verbinding volledig worden benut voor import/export als de windparken niet op maximaal vermogen produceren, en de geproduceerde elektriciteit gaat naar de markt waar dit de meeste waarde heeft.
Uiteindelijk is het plan om hubs op zee ook onderling te verbinden, waarmee een vermaasd net op zee ontstaat. Maar dan ontstaan opeens vragen over de marktregels. TenneT moet interconnectoren maximaal inzetten voor grensoverschrijdende uitwisselingen. Interne congesties mogen niet worden verplaatst naar de grens tussen biedzones en ten minste 70% van de N-1 veilige transportcapaciteit op elke verbinding moet beschikbaar zijn voor grensoverschrijdende handel. Toepassing van de bestaande regels kan ertoe leiden dat windproductie zou moeten worden afgeregeld.
Home market of eigen biedzone
Als een hub in het Nederlandse deel van de Noordzee wordt ontwikkeld, met verbindingen naar Nederland en naar het Verenigd Koninkrijk, ligt het voor de hand om de windparken die aangesloten zijn op dat hub, onderdeel te laten zijn van de Nederlandse markt en dus ook de Nederlandse biedzone. Dit wordt de home market oplossing genoemd. De verbinding naar het Nederlandse net wordt dan een binnenlandse verbinding, maar de verbinding van de hub naar het Verenigd Koninkrijk wordt een interconnector.
Stel het betreft een windpark met een maximaal vermogen van 1 GW, en stel dat de beide verbindingen ook een capaciteit van 1 GW hebben. Als het windpark voor de volgende dag, verwacht 500 MW te gaan produceren, en als de marktprijs in het VK lager is dan in Nederland, dan zal de day-ahead marktkoppeling leiden tot een geplande import van 500 MW uit het VK. De interconnector wordt dan slechts voor de helft benut. Is dat in overeenstemming met de Europese 70% regel?
Stel verder dat het windpark op de dag zelf, meer dan 500 MW kan produceren. Dit extra vermogen kan dan niet zonder meer op de Nederlandse markt worden afgezet, omdat de verbinding tussen de hub naar de kust al maximaal wordt belast.
Dit soort problemen wordt voorkomen als de hub op zee een eigen biedzone vormt. Dit wordt de offshore bidding zone oplossing genoemd. Beide verbindingen, naar het VK en NL, worden dan interconnectoren. Het resultaat van de marktkoppeling is dan dat de prijs op die biedzone convergeert naar de laagste prijs van de twee buurmarkten. De interconnector van de goedkoopste markt naar de hub heeft geen congestie. Dit betekent ook dat afwijkingen in de geplande productie op die markt verhandeld kunnen worden.
De consequentie van de offshore bidding zone oplossing is dat de marktinkomsten voor het windpark lager zullen zijn. Er wordt gesuggereerd om het windpark hiervoor te compenseren. Deze compensatie zou kunnen worden gefinancierd uit de veilingopbrengsten (of congestion revenues) die ontstaan omdat de verbindingen interconnectoren zijn geworden. Een dergelijke oplossing vereist wel een aanpassing van de Europese regels, die voorschrijven voor dat veilingopbrengsten terug moeten vloeien naar diegenen die de kosten van de infrastructuur dragen. Normaalgesproken zijn dat de eindafnemers. En als producenten niet meebetalen aan het transportnet lijkt het onlogisch om een deel van de veilingopbrengsten uit te betalen aan deze producenten.
Indien als uitganspunt wordt gekozen dat wind op zee, ondanks een aparte biedzone, recht zou hebben op de Nederlandse marktprijs, dan lijkt zo’n compensatie toch logisch. Maar daar kan weer tegen worden ingebracht dat ook producenten op land niet zeker zijn van de Nederlandse biedzone. De Europese biedzoneconfiguratie wordt immers herzien en het idee is dat structurele congesties de biedzonegrenzen moeten bepalen.
Markt is meer dan day-ahead marktkoppeling
De groothandelsmarkt omvat meer dan de day-ahead markten. Ook de termijnmarkt is belangrijk. Zeker als subsidies voor wind op zee wegvallen, zal een ontwikkelaar op zoek gaan naar een marktpartij die voor een langere termijn een Power Purchase Agreement (PPA) wil afsluiten. Deze marktpartij neemt het marktrisico over, hetgeen belangrijk is om een project financierbaar te maken. Marktpartijen zullen dit marktrisico weer moeten afdekken op de termijnmarkt. Hoe meer liquide deze markt is, hoe lager de risico’s. Dat betekent ook dat PPA’s gunstiger worden aangeboden en de kosten voor de ontwikkeling van wind op zee lager zullen zijn. Het creëren van een aparte biedzone voor wind op zee maakt het afdekken van deze risico’s niet onmogelijk maar wel moeilijker. Een perfecte hedge zal onmogelijk zijn, omdat zich geen liquide termijnmarkt voor contracten op basis van de aparte biedzone zal ontwikkelen.
Verder zijn er de intraday markt en de onbalansmarkt. Met name die laatste is interessant omdat TenneT direct betrokken zal moeten zijn om onbalansen in de productie van wind op zee ook via het gelijkstroomnet af te voeren. Ook daarvoor is uitwerking van regels noodzakelijk.
Uitwerking dient snel te gebeuren
Uiteraard zal het nog jaren duren voordat een net op de Noordzee daadwerkelijk in bedrijf is. Maar de ontwikkelingen gaan snel. Tussen Denemarken en Duitsland is al een hybride verbinding (interconnector in combinatie met wind op zee) in bedrijf. Dit project heeft een ontheffing van Europese regels. Maar het is niet wenselijk dat voor elk nieuw project een ontheffing nodig is en de Europese Commissie heeft dan ook al aangegeven dat ze die weg niet willen inslaan.
Ook als een hub in de Noordzee nog vele jaren ontwikkeling vergt, zal toch al op redelijk korte termijn overgegaan moeten worden tot de gunning van de ontwikkeling van de daaraan te koppelen windparken. Deze ontwikkelaars zullen dan een inschatting moeten maken van de te verwachten marktinkomsten. Deze inschatting kan pas gemaakt worden als de marktregels bekend zijn. Kortom, het is hoog tijd dat de discussie over de marktregels voor een net op zee wordt gevoerd, waarna snel besluiten moeten worden genomen.