Benard ter Haar (Expertteam Energiesysteem 2050)
Zeg ons wat we moeten doen om te komen tot een klimaatneutraal energiesysteem in 2050, was de opdracht van minister Jetten aan het Expertteam Energiesysteem 2050. Op 12 april jongstleden presenteerde het expertteam zijn rapport. Teamleider Bernard ter Haar vat de belangrijkste bevindingen samen.
Ter Haar (67) studeerde kernfysica en economie en werkte bij de ministeries van Financiën, VROM en Infrastructuur en Milieu en Sociale Zaken. Tot voor kort was hij verbonden aan de ABD (Algemene Bestuursdienst) Topconsult: een denktank bestaande uit voormalige secretaris-generaals en directeur-generaals van verschillende ministeries, en leider van het expertteam dat zich boog over de vraag hoe energievoorziening klimaat-neutraal moet worden gemaakt.
Wat zijn volgens u de voornaamste knelpunten op weg naar een klimaat-neutrale energievoorziening?
‘Vooropgesteld: hoe de wereld er in 2050 uitziet is lastig te voorspellen. Veel weten we niet, maar sommige dingen wel. Bijvoorbeeld: elektriciteit is nu zestien procent van de energie die we verbruiken, dus ongeveer een-zesde. Het overige is olie, kolen en gassen. In 2050 zal die verhouding zo’n beetje omgedraaid zijn. Dan halen we de meeste energie uit wind en zon, en wind vooral op zee en niet zozeer op land. Ook de zware industrie zal uiteindelijk zonder fossiele brandstoffen moeten werken. Overigens: als je klimaat-neutraal wilt zijn, moet je verder kijken dan je energievoorziening. Om een voorbeeld te geven: koeien stoten methaan uit; dat is een broeikas. Daar moet je dus iets op verzinnen. En om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn, moet de energievoorziening al rond 2040 klimaatneutraal zijn.’
Welke stappen moeten daartoe worden gezet?
‘Dat is een mix van maatregelen. Allereerst moet het energienetwerk worden verzwaard, in een hoger tempo dan nu het geval is. Dat betekent dat vergunningen sneller moeten worden afgegeven. In de ruimtelijke ordening moeten we hier grote voorrang aan verlenen. Ook de financiering ervan moet mogelijk zijn. Dat is nu nog lastig: de Autoriteit Consument & Markt (ACM) staat geen kostentoerekening toe als de netbeheerders nu al het netwerk uitbreiden zonder dat duidelijk is dat die investering wordt terugverdiend. Wij zeggen: begin met bouwen, want de capaciteit loopt vanzelf vol. Het is van belang nu alvast voor te sorteren op de toename in het elektriciteitsverbruik.’
Dus het netwerk moet worden uitgebreid om de toename in elektriciteitsverbruik te faciliteren. Nu is het netwerk ingericht op de verwerking van de piekvraag. Zouden we die piekvraag kunnen verlagen?
‘Jazeker, en dat is een goed idee. Vergelijk het met rekeningrijden. Het idee was het autorijden in de spits duurder te maken. Daardoor zouden mensen die niet per se tijdens de spits de weg op moeten worden verleid op een ander moment te reizen. Zo benut je de capaciteit van het wegennet efficiënter. Datzelfde kan met het elektriciteitsnetwerk en het gebeurt ook al. Zo zijn de dynamische energiecontracten in opkomst. Afnemers betalen dan per uur een andere stroomprijs. Die prijs is hoog rond acht uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds. Moet je een was draaien, dan kun je dat beter midden op de dag of ’s nachts doen. Of – als je zonnepanelen hebt – als de zon schijnt. Zo kunnen we de pieken op het net geleidelijk uitsmeren over de dag, waardoor we meer partijen op het netwerk kunnen aansluiten.’
Kan dat ook met bedrijven?
‘Bij bedrijven hangt het erg af van de aard van het bedrijfsproces. Maar als een bedrijf eenmaal in grote mate op elektriciteit draait, wordt vanzelf duidelijk dat het slim is om zoveel mogelijk weg te blijven van de uren waarop de elektriciteit duur is. Dat doe je door batterijen aan te schaffen en die te vullen als de stroom goedkoop is en die energie te gebruiken als de netstroom duur is. Overigens hebben huishoudens met een elektrische auto geen huisbatterij nodig als de accu van de auto twee kanten op werkt. Dan kun je op momenten dat de stroom duur is elektriciteit van die accu benutten voor elektriciteit in huis en de accu weer laden als de stroom goedkoop is. Een hoogleraar van de Universiteit van Tilburg heeft becijferd dat je op die manier drieduizend euro per jaar zou kunnen verdienen.’
Is het tempo waarin we nu windparken realiseren hoog genoeg?
‘Ja. Sterker nog: eigenlijk iets te hoog. Tot 2030 lijkt de aanbod van windenergie wat groter te zijn dan de vraag. Maar na 2030 zou dat kunnen omslaan. Dan is de vraag naar elektriciteit mogelijk weer groter dan het aanbod van wind op zee, omdat we dan al weer een stuk verder zijn in de elektrificatie van onze energievoorziening. Daarom pleiten wij ervoor om datgene wat je nu al kunt omzetten naar elektriciteit zo snel mogelijk te doen. Daarnaast is het van belang een waterstofketen op te bouwen, zodat we eventueel teveel geproduceerde energie kunnen omzetten en opslaan in waterstof. Maar we moeten niet alleen naar de aanbodkant kijken. De hele transitie verloopt soepeler als we erin slagen ons energieverbruik te verminderen – of beter te spreiden. Het hele systeem moet flexibeler worden door de piekvraag te dempen en bij overaanbod energie op te slaan voor momenten dat de zon niet schijnt en het niet waait.’
Wat is er nodig vanuit de windsector om bij te dragen aan een optimaal energiesysteem in 2050? Op landen op zee?
‘Ten eerste: veel bouwen. Ten tweede: verdere verduurzaming van de materialen. In windturbines worden best veel zeldzame materialen verwerkt. Wellicht kan dat anders. Zo las ik van de week een artikel over windmolens van hout. Alles wat je slimmer kunt doen en kunt verduurzamen, is meegenomen.’
WindDay 2023
Op 15 & 16 juni komen alle stakeholders samen om te bouwen aan de toekomst. Samen gaan we volle kracht vooruit in deze enorme transitie. Kom jij ook?